Geschiedenis van hotel NAP

200 honderd jaar historie

Hotel Nap heeft een lange geschiedenis, hier in een kort overzicht:


De grote brand van 20 augustus 1666 legde West Terschelling bijna volledig in de as. De Brandaris, de Westerkerk en nog een dertigtal huizen bleven gespaard. Ook de woning op de plek van het huidige hotel (toen aan de rand van het dorp) en eigendom van Sievert Jacobsz weerstond de ‘Engelse Furie’.


In 1670 verkocht Sivert Jacobsz dit huis in de Toornstraat voor 700 gulden aan Claas Jans Japjes. In de loop der tijd wisselen huis erf en stallen diverse keren van eigenaar en gebruiker. Om het verhaal niet te verwarrend te maken slaan we deze bewoners over en pakken na honderd jaar de draad weer op.

1782

Joost Arie Mink was in 1782 eigenaar geworden van twee huizen op deze plek en verkocht in 1787 deze aan de van Enkhuizen gekomen Bernhard Quirijn van de Willige. Van de Willige was opziener der vuren, konvooimeester en kort drost van Terschelling en Griend. Hij liet een van de huizen verbouwen tot stalling.


Na zijn overlijden in 1793 werden huis en stal bij hem in gebruik geweest, voor 605 gulden verkocht aan Arnold Adriaans Bolk.


In 1811 stond het pand op naam van Cornelis Schaap, gepatenteerd logementhouder. Het begin van de functie van logiesverstrekker. Schaap zijn zaken gingen echter niet zo geweldig want al in 1812 werd hij desolaat (failliet) verklaard. Hij was wel de eerste die het huis bestemde als herberg en postuum komt aan Cornelis Schaap de eer toe als de stichter van het huidige hotel Nap en begint de geschiedenis als logement dus in 1811.

1815

In 1815 waren Oene Gerrit Lieuwen & Tettje Brandenburg er logementhouders, de herberg heette toen Het wapen van Amsterdam.


In 1832 werd Terschelling opgemeten en alle particulier onroerend goed werd in kaart gebracht, erf en logement Van Oene Gerrits Lieuwen werden ingeschreven als nummer A 163.


Oene Lieuwen verkocht in 1847 het logement voor 472 gulden aan Cornelis Ruijgh.

Ruijgh was timmerman-aannemer, hij verkocht het logement weer door aan de buurman Tjebbe Jans Swart. Swart was er herbergier, maar had als nevenbedrijf ook een boerderij en stalling.


Huis- en stalknecht Jurriaan van Keulen zorgde voor de veestapel en bracht alle dagen het overschot van middagmaal en avondpot met juk en emmers naar een landje achter de Brandaris.


In 1888 was Aldert Tjebbe Swart de exploitant van het Amsterdamsch Koffyhuijs, pas later kreeg het de naam Hotel Swart.


In 1917 leende Derk Nap van Albert Carel Eschauzier f 25.000, = en van Aldert Swart en Matthijs Swart elk f. 5000, =, totaal f. 35000, =. In dat jaar kocht hij naast/na zijn boswachtersbaan het Hotel Swart, Nap werd zodoende de naamgever van het huidige Hotel Nap. Het grote kapitaal was naast de aankoopprijs nodig voor de verbouw en uitbreiding van het nieuwe gedeelte aan de Trompstraat. Dit werd ingericht als dansgelegenheid, toneel- en later filmzaal.


Veel prominenten verbleven tijdens hun bezoek op Terschelling in Hotel Nap. Prins Hendrik overnachtte er, hij schonk in de gelagkamer tijdens een informeel samenzijn, onder een borrel op zondagavond 15 juni 1920, een nieuwe ambtsketen aan burgemeester van Heusden.


Op Terschelling kwam het toerisme aarzelend op gang, al in 1921 was het hotel aangesloten op gas en waterleiding. Hotel Nap was een der grootste waterafnemers op West en zorgde voor een te lagedruk op de waterleiding, het probleem was zo ernstig dat het in de gemeenteraad aan de orde kwam.


In de oorlog waren hier de KINO voorstellingen voor de Duitse militairen. Achter de zaal, in de Zeevaartschoolstraat werd een speciale filmcabine gebouwd.

Na de oorlog draaide Tonny van Nouhuys, tot hij naar zaal Dellewal ging, er zijn films.

1917 Hotel NAP

Per 1 januari 1937 nam Klaas van der Weide het hotel over, Van der Weide was eerder ober in Hotel de Keizerskroon in Het Loo bij Wierden. Hij hield de naam van het bedrijf in stand, hotel Nap had dus in 1917 zijn laatste naamverandering gehad.


In 1957 werd de familie Miedema eigenaar. Piet sr. met hulp van zoon Piet jr. bestierde hotel Nap en (toen nog hotel) Zeezicht op Terschelling, zoon Chris deed hotel Zeezicht in Harlingen.


In 1972 namen een groep investeerders hotel Nap over die als directeur Jitse de Jong uit Alkmaar benoemden. Kort er na werd ook de nieuwe kegelbaan aangelegd.



In 1982 werd Jitse de Jong opgevolgd door Chris Miedema sr. als directeur namens de aandeelhouders, aandeelhouders die door hem in 1984 werden uitgekocht zodat hij vanaf ’84 dus ook als eigenaar te boek staat. Samen met zoons Peter en vanaf 1987 ook Chris jr. heeft hij het hotel een aantal jaren bestierd. Chris sr. stopte in 1994, overleed in 1999. Van 2001 tot en met maart 2019 zijn Chris Miedema & Sonja Reitsma de ondernemers die Hotel Nap runnen.


2019 overname

Per 1 april 2019 heeft Kees de Lange hotel Nap gekocht van Chris Miedema en Sonja Reitsma. Kees heeft al zijn hele leven in de horeca gewerkt, waarvan de laatste 9 jaar op Terschelling als general manager van WestCord hotel Schylge. Vanaf de overname zijn er grote vernieuwingen doorgevoerd, zo is het terras voorzien van gezellige zitbanken, heaters en muziek. Het restaurant heeft een grote upgrade gehad zowel qua uitstraling, inrichting als gerechten. Begin 2020 zijn de badkamers van onze dependance geheel gerenoveerd. Eind 2020 zijn alle vloeren op de begane grond voorzien van nieuwe vloerbedekking / pvc. In 2021 zijn alle kamers op de begane grond volledig gerenoveerd en voorzien van een geheel nieuwe, moderne, Terschellinger look & feel.

Share by: